Na je armen zijn je hersenen het belangrijkste lichaamsdeel om goed te presteren. Wie wil winnen moet  dit echt  weten:

  • Iedereen maakt fouten dus jij ook.
    ABC tip: Als jij een fout hebt gemaakt denk je daar max 2 tellen over na  en vervolgens focus je op de volgende rally.
  • Laat je niet afleiden door  zon, publiek, wind, geluid, tegenstanders etc.
    ABC tip: Het gaat om de bal dus daar focus je op.
  • Een wedstijd win je punt  voor punt. Over de vorige  punten of de volgende set hoef je niet na te denken.
    ABC tip: Focus op de bal dus weer.
  • Hoe slechter het gaat hoe belangrijker zelfvertrouwen is.
    ABC tip: Weet dat je het kunt en blijf plezier houden.
  • Anders dan in de zaal mag er bij beachvolleybal geen coach langs de kant zitten tijdens de wedstrijden. Je moet elkaar dus coachen en oppeppen.
    ABC tip: overleg tijdens de wedstrijd als je iets wilt veranderen en zeg vooral ook waar het goed gaat. ( spelers mogen zelf een time out aanvragen)

Tactiek

  • Serveer op de  slechtste  aanvaller. Als ze drie keer spelen moet hij het af maken. Risico is wel dat wordt aangevallen op hun 2e bal
  • Verdeel het veld van de tegenstander in vakken en geef elkaar aan waar het gat ligt
  • Als het niet loopt mag je als speler zelf een time out aanvragen. Ff rustig ademhalen en een slok drinken brengt je weer in de juiste flow en haalt de tegenstander uit zijn ritme
  • Lees het spel van de tegenstander. Hoe eerder je ziet wat ze doen hoe beter jij je kunt voorbereiden.
  • Serveer bij tegenwind met topspin.
  • Als de set up van de tegenstander goed is verdedig je met 1 speler aan het net en 1 in het achterveld. Bij een slechte setup met 2 in het achterveld
  • Varieer in je aanval. Het doel moet altijd zijn om tot een harde aanval te komen. De aanvaller kan dan last minute bepalen of hij geplaatst of hard aanvalt
  • Je wisselt om de 7 punten van kant. Maak gebruik van zon en wind!

Techniek en verschillen met de zaal

  • Iedere speler mag blokkeren en aanvallen aan het net. Er zijn geen vaste speelposities (en dus ook geen opstellingsfouten te maken)
  • De middenlijn mag gepasseerd worden mits de tegenpartij daarbij niet wordt gehinderd
  • Een blok telt als raakmoment dus daarna moet de bal in 2 x spelen over het net
  • Je speelt maximaal 3 sets. De 1e en 2e  tot 21, en de 3e tot 15. Altijd 2 punten verschil nodig
  • De bal moet met zgn hard contact over het net. Dat kan door:

– Een smash ( hard met open hand geslagen bal )

– Een shot ( zacht met open hand geslagen geplaatste bal)

– Een knokkel ( met knokkels geplaatst gespeelde bal)

– Onderhands

  • Loop met korte snelle passen. Je hebt nl. te weinig grip in zand voor krachtige afzet en grote passen
  • Sta niet stil maar beweeg in een actieve houding dus op je tenen met gebogen knieën
  • Volg de bal van begin tot eind van de rally. Het heeft geen zin om naar de grond te kijken want die veranderd niet. Probeer wel de gaten bij je tegenstanders te zien.
  • Springen doe je uit stand of met 1 stap vooraf.

Je trainer kan je nog veeeeel meer vertellen en dat doet hij met plezier. Hij wil je beter maken dus vraag hem gerust!

Oja, we vergeten iets:
Noooooooit opgeven en ga voor elke bal!